“Pop, ik ben even een stuk van het parcours gaan rennen en dat is nog best wel heuvelachtig,” zei Kel de dag voor de marathon. “Whatever, Kel. Ik zie het wel.” En gezien heb ik het…
En toen was het marathondag. De dag waar je zowel heel veel zin in hebt als doodsbang voor bent. Met wat pannenkoeken achter de kiezen loop ik samen met Kel en papa naar de start. Ik ben blijkbaar niet de enige die gaat lopen! Het is niet normaal druk. En schijnbaar is 1 toilet op de 100 mensen bij evenementen in Spanje niet een regel, dus Efteling-waardige rijen bij de dixie’s. Niet fijn als je stik nerveus bent en om de haverklap denkt te moeten plassen. Net voor het startschot denk ik weer een plasje op te voelen komen. Mentaal probeer ik te bedenken dat ik echt niet nog een keer kan. “You are a fake pee. Not even a real pee.” Ik besluit dat als ik over 10 kilometer echt nog steeds moet plassen dat ik dan stop bij een dixie.
In het startvak is het ondertussen dringen geblazen en komt de primitieve mens al lekker naar boven. Iemand plast in een flesje en ik zie een vrouw die een flesje water probeert te vullen met alle restjes water uit flesjes die zijn achtergelaten (IEW). Eindelijk komt de lange stroom mensen in beweging en kunnen we beginnen. Ik met een plasbuik. Hoezee!
1-5 kilometer
Ik loop onder de startboog door en ben meteen onder de indruk van de hoeveelheid publiek. Altijd al gedacht dat Spanjaarden goede ‘juichers’ zouden zijn en hierin blijken ze niet teleur te stellen. ‘Campiones’ wordt er geroepen en heel veel ‘animo’. Wat dat laatste precies betekent weet ik niet en in mijn hoofd komen al snel veel Gordon grappen. Helaas kan ik ze niet delen. Toen niet. Nu ook beter van niet.
Die eerste 5 km gaan als een trein en zijn in een flits voorbij. Voordat ik het weet komen we de eerste band tegen. Madrid is een Rock ’n Roll marathon dus veel bandjes langs het parcours. Wel rock. Dat dan weer wel. Maar harde muziek en handjes in de lucht doet het altijd goed in een marathon, dus ik ‘rock’ lekker mee. Bij het eerste drankpunt is het dringen geblazen. Al snel is mij duidelijk waarom; Er worden plastic flesjes uitgedeeld en die zijn nog niet uit de dozen. Ik grijp er snel eentje en ren verder. In mijn ooghoeken zie ik nog een rij voor de dixies staan dus mijn plas, of wat het ook is, moet maar wachten. En doorrrrrr.
5-10 kilometer
Het gaat niet normaal goed. Mijn benen voelen top en ik ben zelfs boven mijn schema aan het rennen (=dom). In mijn hoofd hoor ik een gefrustreerde Kel die zegt dat ik rustig aan moet doen. Het is zo druk dat dat eigenlijk automatisch gaat. Elke keer als mij de weg wordt geblokkeerd door een iets langzamere renner besluit ik erachter te blijven. Zo wordt mijn enthousiasme en snelle begin toch nog enigszins geremd.
10-15 kilometer
Het parcours gaat veel naar beneden en dat gaat toch hard. Ik probeer niet te veel te remmen, want volgens mij is dat dan weer niet goed voor de knietjes en ik ben niet van plan om die roet in het eten te laten gooien. Terwijl ik als een hertje naar beneden ren begint mijn hamstring aan de bel te trekken. Althans ik denk dat het mijn hamstring is. Heb ik nooit last van namelijk. In mijn hoofd hoor ik wederom Kel; “Pop, je weet toch zeker wel wat een hamstring is.” Tja. In ieder geval trekt er iets strak aan de achterkant van mijn linkerbeen. Intern begint mijn frustratie-emmertje al voller te raken, want wat is dit?! Ik besluit het maar even aan te kijken. Rekken is altijd nog een optie.
Bij 14 kilometer nemen we afscheid van de halve marathon. Met een dikke vette ‘campiones’ en applaus van alle halve marathon lopers voor de hele marathon lopers ga ik met kippenvel verder. Ineens wordt het een stuk stiller tijdens het lopen. Alle schreeuwers en mensen in gekke pakkies liepen dus de halve marathon…
15-20 kilometer
Ja. Hamstring is er nog. Kak. Weer wat bij dat frustratie-emmertje, want ik weet dat het nog heel ver is. Gelukkig wordt het even uit mijn hoofd gejuicht. We gaan dwars door het centrum en langs overvolle pleinen met super veel publiek. Handjes in de lucht, juichen, high fiven. Deze kilometers gaan snel. Bij 19 km zie ik Kel en mijn ouders. Kel rent een stukje mee (uitslover) en ik deel mijn hamstring probleempje. “Rustig aan, je doet het zo ontzettend goed,” schreeuwt Kel mij na en ik ben weer alleen tussen de lopers. Nu wordt het even doorzetten, want ik zie Kel pas weer bij het 31 km punt.
20-25 kilometer
We komen in een rustiger gedeelte met veel minder publiek en om mij heen spot ik al veel lopers die beginnen met wandelen. Buiten die hamstring om gaat het met mij nog prima. Ik drink goed en ik eet ook netjes iedere 45 minuten een gelletje. Het is warm buiten maar ik heb er geen last van. Is al dat trainen in bloedhete landen toch nog ergens goed voor geweest. Opeens besef ik mij ook dat ik mijn plasje ben vergeten. Zie je wel! Fake pee! Dus toch goed ingeschat. Super blij dat ik daar niet voor in een rij ben gaan staan.
25 – 30 kilometer
We rennen casa de campo binnen, een soort van Amsterdamse bos meets Vondelpark alleen dan met heuvels. Leuk wel. Echt zichtbaar omhoog ook. Dit is het druppeltje voor mijn hamstring en ik krijg een pijnscheut waardoor ik moet stoppen en rekken. Neeeeeeeeeee! Ik rek een paar keer en wandel een paar meter om te kijken of het beter voelt. Yep. Volgens mij kunnen we weer. Balend van deze irritante stop, shuffle ik weer verder. Mijn hamstring lijkt wel wat te zijn opgeknapt dus dat is goed nieuws.
Er lijkt geen eind aan dat park te komen. Er is geen publiek (alleen maar mensen en wielrenners die het irritant vinden dat ze hun weg niet kunnen vervolgen) en zelfs het podium daar is leeg. Dat is toch ook niet gezellig?! Mijn kilometertijden zijn iets langzamer geworden, maar nog steeds niet totale bagger. Hang in there, er komt straks vast een beter stuk.
30 – 35 kilometer
Nee. Er komt geen beter stuk. We zijn dat park uit, maar opeens lijkt alles omhoog te gaan en ik lijk wel stil te staan. Aan mijn kilometertijden te zien is dat niet een geheel onjuiste analyse. Bij 31 km zie ik Kel weer. Ik gebruik in ieder geval 1 keer het woord ‘kut’. Kel is nog steeds een en al zonnen, regenbogen en hartjes en blijft maar kirren dat ik het top doe en dat iedereen wandelt behalve ik. Nou, dat wandelen wil ik dus ook. In mijn hoofd sluit ik allerlei deals met mijzelf. Nog 2 km en dan mag je heeeeeeel even wandelen. Tot de volgende drinkpost en dan heeeeeel even wandelen. Ik weet dat ik er goed doorheen zit, want tijdens mijn eerste marathon had ik deze gevoelens totaal niet en was wandelen niet eens een optie.
Bij 34 km kom ik Kel nog een keer tegen. Zelfs dat lieve, blonde smoeltje van hem kan mij niet meer uit mijn zwarte gat trekken. Wat ben ik in godsnaam aan het doen?! Bij 35 km geef ik toe en ga ik wandelen bij de drankpost. Gewoon totdat die post is afgelopen. Wat een verschrikkelijk slecht idee, want wandelen en weer gaan rennen doet misschien wel nog meer pijn dan rennen op dat moment. Ik neem afscheid van mijn pr-ambities en hoop gewoon dat ik er snel ben. In mijn negatieve bui vind ik mijzelf natuurlijk de loser van de dag wat ook niet echt helpt in die laatste kilometers van een marathon.
35 – 42 kilometer
Gaat er serieus ook asfalt niet omhoog in dit land?! Jeez. Nu begin ik het zelfs af te reageren op Spanje. En alle lopers in mijn weg krijgen er ook van langs. ‘Optiefen’ en ‘wat denk je zelf, gast’ zijn populair in die laatste kilometers. Als verrassing komt Kel nog een keer voorbij gerend. “Je bent er bijna.” “Echt niet.” Top dialoog!
De bandjes hebben er inmiddels ook geen zin meer in, want er is geen band meer op een podium te bekennen. Hoe suf is dat?! Die muziek had ik echt heel fijn gevonden die laatste kilometers! Het publiek schreeuwt dat het zware werk erop zit, maar hoe kan dat zo zijn als het nog steeds zo rete zwaar is?! Bij 41 km komen er 3 spanjaarden bij mij lopen. “Hoe gaat het?” “Nou, ik voel mij niet zo lekker.” Meteen wordt er water aangegeven en krijg ik een plons in mijn nek. “Nee, met mij gaat het wel ok, maar mijn benen doen heel veel pijn. Ik kom uit Nederland en volgens mij is dit parcours iets te veel van het goede.” Ze beamen dat dit parcours heel zwaar is en praten mij nog wat moed in. Ik ben er echt bijna.
In Rotterdam heb ik de laatste 3 km niet eens doorgehad. Ik werd echt gedragen door het publiek. Hier voel ik iedere meter. Wat. Een. Hel. Het eindigt in een park, maar ik zie dat park maar niet. Waar is in godsnaam dat stomme park?! Als we dan eindelijk het park binnenkomen ben ik echt even kwijt hoe lang ik nog moet rennen. Dan zie ik de finishboog en begin ik traditiegetrouw weer te huilen. Als ik mijn ouders en Kel zie staan wordt het ook nog een ugly cry. Zoeen waarbij je opeens kan knorren. Een paar meter voor de finish pakt opeens een vrouw mijn hand en zet het op een sprinten. Ik, met mijn ugly cry, ben te verbaasd en hink stap met haar mee. Wie is deze vrouw (ok. eerlijk. ik dacht sloerie)?!! Na de finish laat ze mijn hand los en zegt ze verder geen woord tegen mij en loopt verder (echt een sloerie dus). Ik ga nog even verder met mijn ugly cry en krijg een knuffel en een dikke, zware, groots en meeslepende medaille om mijn nek gehangen.
Uiteindelijk (4:40) bleek ik ondanks alles nog 2 minuten sneller te zijn dan in Rotterdam. Dat verbaasde mij heel erg aangezien er gerekt en gewandeld was. Al snel kwam hierdoor alleen maar meer teleurstelling, want er zit op de marathon-afstand echt heel veel meer in qua tijd. Maar niet die dag, niet op die heuvels. Later hoor ik ook van mensen dat dit parcours berucht is en zelfs veel buitenlanders tegenhoudt om Madrid te gaan lopen. En niet onterecht, want het is echt ontzettend zwaar. Maar ook ontzettend gezellig en mooi. Nu dan genezen van die stomme marathons? Nee hoor, ik shuffle weer lekker door en de plannen voor de Marathon van Amsterdam zijn alweer gemaakt. Geen heuvels. Ik kijk er nu al naar uit.
John Boekel van says
Zelfs ‘lezen doet lijden’! Des te meer waardering voor jouw ‘Real Madrileense’ prestatie.
Hanny Uijting says
Geweldig gedaan Marloes wat een geweldige prestatie daar in Madrid.
Lou en Hanny.
Nootje says
Wauw! Popje! Ik gloei van trots..:-) En ik moet ook vreselijk lachen om je verhaal. Niet omdat 40 km Madrileense hel me nou zo grappig lijkt, maar om hoe je het schrijft. Thumbs up!!! XXX Nootje
Annelies says
Nou Pop het was top 2.0!
Jouw prestatie en jouw verhaal????
henk says
mooi verslag pop